vrijdag 29 juni 2012

UIt de oude doos: Op pad met Tineke

Eerder gepubliceerd op Hyves, op 22 augustus 2010


Vandaag hebben Ronald en ik iets heel burgerlijks gedaan. We hebben een bezoek gebracht aan Paleis Soestdijk.

Na het overlijden van Juliana en Bernhard is dit paleis tijdelijk opengesteld voor het gewone volk. Dat biedt dus de gelegenheid eens achter de muren te kijken van het woon- en werkadres van onze vorige koningin en haar man.

Om kwart over tien kwamen we aan op de parkeerplaats van het paleis. Je parkeert de auto natuurlijk niet pal voor het bordes. Nee, voor bezoekers is een parkeerplek aan de zijkant van de paleistuin aangelegd.

Vanaf de zijkant van die tuin loop je vervolgens naar het paleis. Volgens de internetsite van het paleis is dat een wandeling van een kwartier. Dat moet gericht zijn op een doelgroep van rollatorgebruikers, want we bereikten het paleis al na enkele minuten.

En dan sta je dus ineens voor dat grote witte paleis dat ik als kind zo vaak op TV zag (voor de jeugdige lezers van dit stuk: dat was al wel in kleur). Het bordes, waarop de hele familie stond tijdens het jaarlijks defilé, de zuilengang waardoor je Prins Bernhard zag strompelen tijdens zijn laatste jaren. Erg leuk om dat eens in het echt te zien, zelfs voor een republikein als ik.

Volgens ons ticket (want alles gaat op Soestdijk strak georganiseerd) moesten we ons uiterlijk kwart over elf melden voor de rondleiding. Die rondleiding start binnen in het paleis. Dus stonden we even later zelf in een van de twee overbekende zuilengalerijen van het paleis. En ook dat is dan best een vreemde, leuke ervaring!

Maar daarmee waren de leuke ervaringen even op. Want het eerstvolgende was onze kennismaking met onze gids. Een onberispelijk geklede grijze dame, met een streng gezicht, die volgens het bordje op haar blouse zou moeten luisteren naar de naam Tineke.
Haar hele voorkomen gaf ons het idee dat zij een hofdame was die per ongeluk achtergebleven was na het overlijden van het prinselijk paar.

De groep waarvan wij deel uitmaakten was ongeveer 15 personen groot en werd door Tineke ontvangen in een van de vele kamers van het paleis. In onberispelijk Nederlands heette zij ons welkom, waarna een opsomming volgde van de dingen die niet toegestaan waren tijdens de rondleiding. Zoals: fotograferen, telefoneren, het aanraken van voorwerpen en het leunen tegen wat dan ook.

Helaas voor een van de aanwezigen waren er onvoldoende stoelen aanwezig. Zij besloot naast haar moeder (die op haar rollator was gaan zitten) te blijven staan. Daarbij leunde ze tegen de muur achter haar.

Tineke begon haar verhaal, tot ze merkte dat de hierboven genoemde dame met haar rug tegen de muur stond. “U mag niet leunen, dat heb ik net gezegd! Kunt u niet ergens gaan zitten!” was haar eerste reactie.
Een groepje andere gasten, die met elkaar op een bank zaten schikte hierop spontaan in, zodat de toegesproken dame toch een plekje had.

Maar daarmee was voor Tineke de zaak nog niet gesloten. Terwijl de dame naar haar zitplaats liep, riep Tineke haar toe: “Kunt u niet staan? “. Een collectief vraagteken van de groep was het gevolg. Wat bedoelde ze hier in vredesnaam mee? “Kunt u niet staan?”, herhaalde onze gids nog een keer. Om vervolgens te verduidelijken: “Omdat u stond te leunen…”

De toon was gezet.

De aangesproken dame mompelde dat ze prima kon staan en liet zich op de bank zakken.

Voor Tineke het sein verder te gaan met haar verhaal. Maar dat duurde nog geen tien seconden.

“Ik hou er niet van als er gegiecheld wordt!”, riep ze ineens naar iemand rechts van ons.
Het bleek een meisje van een jaar of 18 te zijn dat samen met haar moeder kennelijk had zitten giechelen. Hoewel ze vlak naast ons zat was het ons niet opgevallen. Maar Tineke wel.
“Daar hou ik niet van”, zei ze (een nog strenger gezicht opzettend): “Het geeft me het idee dat ik iets geks sta te vertellen”.
Dat dit misschien door haar presentatie veroorzaakt zou worden leek niet in haar op te komen.

De stemming zat er nu goed in. Sinds onze binnenkomst in deze kamer leek de temperatuur (en dan met name rond Tineke) een graad of 15 gedaald. En de rondleiding moest nog beginnen!

Bij de eerste kamer die we vervolgens bezochten ging het opnieuw mis. De dame met de rollator voelde met een hand even aan een van de gordijnen.
“Ik heb net gezegd dat u nergens aan mag komen!”, was de felle reactie van Tineke. Ik keek snel of ze toevallig niet een busje pepperspray of een taser tevoorschijn trok, want ik stond pal naast de dader. Maar ze hield het gelukkig bij woorden.

Ik moest ondertussen wel denken aan een omschrijving die Joe Keenan, een van mijn favoriete schrijvers, ooit gaf over een dame met een soortgelijke uitstraling. “Als zij op een ijsblokje zuigt, dan groeit het in plaats dat het smelt”.
Normaal gesproken probeer ik, wanneer ik ergens rondgeleid word, dicht in de buurt van de gids te blijven, om vooral niets te missen. Nu merkte ik dat Ronald en ik automatisch zo ver mogelijk bij Tineke vandaan bleven staan. Alsof ze gevaarlijk was.

De rondleiding duurde een uur en het kwam niet meer goed tussen Tineke en de groep.
In iedere kamer of zaal draaide ze haar verhaal af, om vervolgens af te sluiten met een ferm uitgesproken “ja!”. Vervolgens vertrok ze naar de volgende ruimte, zonder de groep echt de tijd te geven rustig rond te kijken. En in de volgende ruimte begon ze dan haar verhaal zonder te wachten op de gasten die wat minder goed ter been waren.

We sloten de rondleiding af in de paleiskeuken. Deze was natuurlijk (upstairs/downstairs) gevestigd in de kelder. De dame met de rollator moest, om daar te komen, door een suppoost meegenomen worden in een lift. Daarvoor had ze wat tijd nodig.

Maar daar kon Tineke natuurlijk niet op wachten. Zodra de rest van de groep via de trap in de keuken was aangekomen begon zij met haar keukenverhaal. Precies tijdens de laatste zin sloten rollatormoeder en haar dochter weer aan bij de groep.
Waarop Tineke meldde: “Over de keuken valt dus niet veel te vertellen. Mevrouw heeft dus niet veel gemist…”

Het afscheid van Tineke was niet hartelijk, dat zult u ondertussen begrijpen. Na een korte afscheidsgroet beende ze weg. We besloten haar niet na te wuiven.

Zodra ze buiten gehoorsafstand was begon het rumoer in de groep. “Pas op, niet giechelen! Niet leunen!”. Mensen riepen elkaar van alles toe. Het was alsof een emotieventiel dat een uur lang stevig gesloten was, ineens opengedraaid werd.

Wat je dus wel vaker ziet in dit soort situaties: door het gedrag van Tineke tegen die groep, was er onder de gasten dus wel een groepsgevoel ontstaan.

Maar het was natuurlijk niet de bedoeling dat dit de reden van het groepsgevoel zou zijn. Want het bezoek aan het paleis was absoluut de moeite waard. Onze gids kende absoluut haar verhaal. En ze vertelde het op een duidelijke, rustige manier. Maar de manier waarop zij ons begeleidde was op sommige punten Noord-Koreaans te noemen.

Maar het paleis dan? Want daar ben ik door het ge-emmer over onze akela nog niet aan toegekomen.

Wel, zoals ik al zei is het sowieso leuk om een plek die in onze geschiedenis toch best belangrijk geweest is eens van heel dichtbij te zien. Aan de andere kant was het best ontnuchterend. Het gebouw lijkt groot. Maar eigenlijk is het lang en smal. Van binnen is het een lang lint van vrij kleine, smalle kamers. En daarnaast is overduidelijk dat er een flinke opknapbeurt nodig is. Pleisterwerk laat los, kozijnen zijn er slecht aan toe. En werkelijk alles is verouderd. In de makelaarswereld noemen ze zoiets een uitdaging voor de avontuurlijk ingestelde doe-het-zelver….

Conclusie: Paleis Soestdijk is absoluut een bezoek waard. Voorlopig is het nog een half jaar open. De rondleiding is de enige manier om het gebouw van binnen te zien. Ook dat is de moeite waard. Maar het is te hopen dat er dan een andere gids met u meegaat…..




Geen opmerkingen:

Een reactie posten