zaterdag 30 juni 2012

Uit de oude doos: I believe I can fly (of: een dagje uit met de Stichting)

Eerder gepubliceerd op Hyves en Facebook,  op 17 september 2011
 
Okee dan….gisteren heb ik een www op hyves geplaatst waarin ik kort melding maakte van mijn Skydive avontuur. Met een aantal reacties als gevolg.
Aanleiding om er wat meer woorden aan te wijden .

In het kader van het jaarlijks personeelsuitje zijn mijn collega’s en ik gisteren gaan skydiven. Voor wie niet weet wat dat is: als je op Google zoekt (die knappe meneer Google weet werkelijk àlles!) leer je dat skydiven betekent dat je op grote hoogte vrijwillig uit een vliegtuig springt, je met grote snelheid naar de aarde terugvalt, terwijl je op je buik liggend de weerstand nog enigszins probeert te vergroten. En om te voorkomen dat je daarna eindigt als een vormeloze vleesmassa in een krater gaat er op een zeker moment een parachute open, waardoor je veilig op aarde terugkeert.

Wie mij een beetje kent, weet dat ik me echt nooit, nooit, nooit, nooit, nooit, maar dan ook ècht nooit aan zoiets zou wagen. Net zo min als je mij vrijwillig in het mandje van een luchtballon krijgt. Zul je zien dat mijn parachute net degene is die niet open gaat of dat mijn luchtballon tegen een hoogspanningskabel vliegt.
Ik wil bovenstaand verhaal trouwens een beetje nuanceren. Ik wil graag een parachutesprong cadeau krijgen voor mijn 90e verjaardag. Dan maakt het allemaal toch niet meer uit…

Maar goed, hoe krijg je mij dan aan het skydiven?

Heel simpel. In Roosendaal staat een bedrijf dat aan Indoor Skydiven doet.

Het idee is simpel. Je bouwt een hoge ronde toren van beton en glas. Onder in die toren plaats je een enorme ventilator. Als het ding een beetje op toeren is ontstaat er dus een forse luchtstroom naar boven toe. En op die luchtstroom kun je vliegen! Simple comme bonjour!
Om te voorkomen dat je bij een ongelukkige beweging terugvalt en de bladen van de ventilator eindigt zitten tussen jou en dit apparaat nog een kunststof rooster en een vangnet.

En dus vertrok mijn volledige afdeling om een uur ’s middags richting Roosendaal. Telefoons doorgeschakeld naar de collega’s in Amsterdam, alsof er helemaal geen economische crisis is. Alsof het een dagje uit met de stichting betrof reed er een stoet glimmend leasemateriaal de Moerdijkbrug over.

We gingen met de gehele club, maar dat wilde niet zeggen dat iedereen ook echt zou gaan vliegen.
Volgens de folder van het bedrijf kan iedere volwassene skydiven. Ook al heb je een verstandelijke beperking (of moet je dat tegenwoordig een verstandelijke uitdaging noemen?).
Dus zelfs wij zouden moeten kunnen vliegen.
Maar toch zouden maar tien van de ca 18 personen de sprong gaan wagen. De rest verschool zich achter schouderblessures, tennisarmen, hoogtevrees, wintertenen en angstzweet. Mietjes….

Maar goed laten we ons concentreren op de groep die-hards die wel de tunnel zouden betreden.
Nadat we eerst via de computer een soort verklaring moesten opmaken en ondertekenen die de firma zou vrijwaren van werkelijk welke aansprakelijkheid dan ook kregen we allemaal een blauw polsbandje om. (hoewel een van de collega’s –en de direct betrokkenen weten wel wie- direct enthousiast riep dat die aardige mevrouw van het bedrijf zijn bandje ook wel ergens anders om mocht aanbrengen…).

Er werd ook even argwanend gekeken naar de kleur van elkaars polsbandje. Er moeten immers landelijk 7 mensen afvloeien bij onze en onze zusterafdelingen. En stel je nou toch eens voor dat de grote ventilator ook een zuigstand zou hebben. Als dan iemand met bijvoorbeeld een rood polsbandje bij zou lopen zou die zich toch ernstig zorgen moeten maken. Voor je het weet zou je door het net getrokken worden als door een patatsnijder….
Maar het viel (vooralsnog) mee. We hadden allemaal een blauw bandje..

Met dit blauwe bandje meld je je bij de kledingbalie, waar je voorzien wordt van een overall, haarnetje, oordoppen, helm en skydivebril.
Eenmaal omgekleed zagen we eruit als de crew astronauten op weg naar de laatste vlucht van de Spaceshuttle. Het viel me op dat aan de overalls op allerlei plaatsen handgrepen waren genaaid. Wat mij het idee gaf dat dit als het even tegen zou zitten direct een soort handige bodybag zou zijn.



Voor we de tunnel in zouden springen kregen we uitleg van Joey, de instructeur die met ons zou meegaan in de tunnel. Omdat de ventilator een enorm lawaai maakt kun je elkaar in de tunnel niet verstaan en moet je werken met gebaren. En dan is het inderdaad wel handig als je weet wat de instructeur bedoelt wanneer hij twee vingers voor je gezicht heen en weer zwaait.

En toen…..het grote moment! Via een luchtsluis betraden we de tunnel. Deze bestond uit het binnendeel, waar je vliegt. Daaromheen stond een glazen wand, met een gang erachter. In de gang wacht je op jouw beurt en ondertussen kun je kijken naar de verrichtingen van de andere slachtoffers. Het vliegdeel betreed je via een deuropening. Je moet in de deuropening gaan staan in een houding die zich het best laat omschrijven als die van een fysiek gehinderd persoon tijdens een kerkdienst van de Johan Maasbach Zending. Voeten uit elkaar, knieeën gebogen, heupen vooruit, gezicht richting hemel en de armen half gestrekt uit elkaar eveneens omhoog.
Als je die houding aanneemt hoef je je alleen maar voorover te laten vallen. En dan hang je in de lucht!!

Nadat drie collega’s mij voorgegaan waren stond ook ik in de deuropening, mompelde “Hallelujah” en liet me vallen. En het was geweldig! Heel bizar. Je ligt inderdaad op de luchtstroom. En echt veel moeite hoef je daar ook niet voor te doen. Zolang je de vereiste houding maar blijft vasthouden. En eigenlijk gaat dat vanzelf.

De tijd die het mij kostte de bovenstaande alinea te tikken was langer dan de tijd die ik in de tunnel verbleef. Want na 66 seconden moest ik er alweer uit. Ik was er nu trouwens ook achter waarom al die handgrepen aan onze bodybags zaten. Daar kon onze instructeur ons mee vastpakken om bij te sturen of op te tillen wanneer er onverhoopt toch iemand op het net zou belanden.

Nadat iedereen een eerste keer geweest was mochten we allemaal nog een keer 66 seconden. En omdat ik nu ongeveer wist wat ik kon verwachten hing ik al vrij snel redelijk stabiel boven de ventilator. Stabiel genoeg naar de mening van Joey, die me bij mijn handgrepen pakte en zelf ook plat ging liggen. Hierdoor ontstond er een groter skydive-oppervlak, waardoor we omhoog schoten, richting het dak van de tunnel. Een hoogte van (schat ik) ergens tussen de tien en vijftien meter.
En daar hing ik oog in oog met de achtergebleven collega’s, die vanaf een hogere verdieping aan het toekijken waren.

Maar ook deze 66 seconden waren weer in iets meer dan een minuut voorbij en dus bracht Joey me terug naar de deuropening. Daar leerde ik trouwens dat het verlaten van de tunnel misschien wel het moeilijkste onderdeel is van het indoor skydiven. Na mijn eerste vlucht viel ik bij het verlaten van de tunnel. Na de tweede vlucht stootte ik mijn knie tegen de toch wel harde deurpost.



Maar….ik heb gevlogen en ik vond het echt geweldig om te doen! En ik geloof dat dat niet alleen voor mij gold.
Of ik nog een keer ga? Eh…..voor de ervaring zou ik het zo weer doen. Maar zoals ik al schreef duurt een sessie maar heeeeel erg kort. En voor die korte periode betaal je heeeel veel geld (ongeveer een euro per seconde). En dat houdt me dan wel weer tegen.

Maar bovenstaand verhaal en met name de laatste alinea hierboven toont een ding aan: er is veel geld te verdienen met windhandel!

Geen opmerkingen:

Een reactie posten