zaterdag 10 december 2016

In dierbare herinnering: Freek S. Loman

In 1995 trad ik toe tot Theater Stichting Tribune (TST). Een klein theatergezelschap uit Dordrecht. Een gezelschap dat op locatie speelde. Op de meest gekke plaatsen in Dordrecht.

De eerste productie werd gespeeld op de zolder van een boerderij en heette "De Miraculeuze Comeback van Mea L. Loman". Het ging over een gemankeerde zangeres, die deel had uitgemaakt van een groepje artiesten, dat vooral optrad in bejaardenhuizen. Mea zong het liefst Franse chansons. Probleem was wel, dat ze niet kon zingen.

Mea was getrouwd. Haar man was werkloos. En daar voelde hij zich erg zielig over.
Het stel had een zoon, Freek. Freek was een jaar of 16 en leed enorm onder het dominante gedrag van zijn moeder. Hij was ongelukkig, depressief (suïcidaal)  en schreef op zijn kamertje gedichten.
Waarover die precies gingen, werd in het stuk niet duidelijk.
Ook las hij graag gedichten van Martinus Nijhoff (en die zijn NIET vrolijk, kan ik u vertellen!).

Als Mea heeft meegedaan aan een talentenjacht, die op TV wordt uitgezonden en daarin volledig door de jury wordt afgebrand (zonder dat zij zich dit realiseert), wordt het Freek teveel. Hij maakt een einde aan zijn leven.
Mea's reactie: zij klimt weer op het podium en zingt "Non, je ne regretre rien".....

Mijn rol in het stuk was die van Freek....

TST had een groep donateurs, die na afloop van iedere productie een "vriendencadeau" ontvingen.

Ter gelegenheid van deze productie werd mij gevraagd, of ik niet een paar gedichten kon maken als Freek. Nou, dat wilde ik dus wel! In de huid kruipen van een suïcidale puber. Het was een uitdaging!

Ik maakte vier gedichtjes, die werden gebundeld in een mini-boekje met de titel: "Moeder, gedichten van Freek S. Loman (uit zijn nalatenschap).

Het bundeltje heb ik nog, maar de gedichten zijn nooit omgezet in digitale vorm.
Hoog tijd, dat dit eens gebeurt!

Daarom presenteer ik hier met trots: De nagelaten gedichten van Freek S. Loman!
(Zakdoeken bij de hand graag).



1.  Moeder

Wie, oh wie zal er ooit weten
Hoe ik worstelde en vocht
Doch de klemming op mijn keel
Wordt mij langzaamaan teveel
Maar 'k zal het spoedig zijn vergeten
Na mijn laatste ademtocht

2.   Het bestaan

Donkere wolken in de lucht
Schuimkragen op de golven
Windkracht acht in mijn gezicht
Mijn kleding doornat van de regen

Sombere mensen in de bus
Spitsvolk, op elkaar gepakt
Een mooi meisje lacht naar mij
Ik sla mijn ogen neer: verlegen

In de beschutting van mijn kamertje
Vind ik soms heel even rust
Tot ik háár stem beneden hoor
Die net een toonladder heeft bestegen

De wortels van mijn onzekerheid
Groeiden zeer voorspoedig uit
Het leven wordt een zware last
En daar kan ik niet meer tegen

3.  Mist

Ik wandel in de mist
Een koele deken
Die mijn eenzaamheid benadrukt

Ik wandel in de mist
Hoor enkel geluiden van veraf
Niemand valt mij lastig

Ik wandel in de mist
Het hoofd gebogen
Stilte in een beeld gevat

De krant vertelt: "Eén dode door de mist"
En ik denk bij mijzelf
"Was ik die dode maar"



4.  Non, je ne....

Eén goed scheermes is voldoende
Eén sterk touw dat moet volstaan
Ik heb een volle pot met pillen
In een vergeten hoekje staan

De onmetelijke hoogte
Van een brug of torenflat
Zal zeer doeltreffend werken
Mits niemand mij de sprong belet

Eén van bovenstaande opties
Doet anderen misschien verdriet
Maar aan mij brengt het verlossing
Neen, ik betreur het zeker niet

PS:
Ik weet nu hoe het zal gebeurren
En daar kom in niet op terug
Ik zal springen in Zaltbommel
Van de Martinus Nijhoffbrug




Zo, bent u er nog???

Er kwam namelijk nog een nabrander.
Een tijdje na de productie was er een terugkomavond voor iedereen, die bij de productie betrokken was. En aan alle spelers werd gevraag een cadeautje mee te nemen voor onze regisseur, Marieke van Leeuwen. Een cadeautje, dat iets te maken had met het karakter dat je had gespeeld.

Ik besloot, dat er nog een nagelaten gedicht van Freek moest zijn.
Hierbij dus zijn aller- allerlaatste gedicht:

Scheermes

Drie hoeraatjes voor het scheermes
Alle pillen toch ten spijt
Is dit het meest probate middel
Tegen depressiviteit

Wordt de wurging door je moeder
Je op een dag weer eens teveel
Grijp dan maar naar je scheermes
En zet het tegen pols of keel


Legt een, op zich wel lieve, vader
Een loden last op jouw bestaan
Zoek dan meteen een mooie ader
En zie het bloed al kloppend gaan

In mijn toch nog korte leven
Trof ik, achteraf beziend
In het scheermes van Gilette
Mijn aller- allerbeste vriend

Het verlost mij van mijn leven
In de warmte van een bad
Met mijn armen onder water
Verdwijn ik in het zwarte gat....

Freek S. Loman

Ik wens u prettige kerstdagen en een voorspoedig nieuwjaar!






maandag 22 augustus 2016

Je wordt ouder Papa....

Mijn leven beweegt zich onvermijdelijk steeds dichter richting mijn vijftigste verjaardag. Over een kleine acht maanden is het zover. Vind ik dat erg? Nou nee; het alternatief is NIET vijftig worden. En dat zie ik zéker niet zitten!

Wat wèl confronterend is, is de lichamelijke verandering. In mijn gedachten ben ik nog altijd 25 en tot schaamte van mijn kinderen gedraag ik mij af en toe ook zo.

Maar het lijf vertelt een ander verhaal. Het begint al met het stuk perkament dat 's ochtends in de spiegel naar mij terugkijkt. Nu trekt dat in de loop van de dag wel weer enigszins weg (behalve de oogleden, waarvan mijn opticien al eens heeft gezegd dat ik ze moet laten inkorten, omdat ze teveel in de weg hangen).

Verder merk ik dat ik met wandelen in Engeland (dat ik in de heuvels trouwens vanwege verslechterende knieën al enkele jaren met wandelstokken doe), dat ik veel voorzichtiger over de rotsen loop, dan ik vroeger deed.

Vorig jaar had ik een aderontsteking in mijn arm. Dat betekende dat ik van de apotheek een steunkous mee kreeg, die ik om het getroffen lichaamsdeel moest dragen. Een dieptepunt in mijn bestaan. Helemaal toen ik hem op de ochtend van mijn verjaardag niet kon vinden. Op dat moment realiseerde ik mij, dat ik mijn 48e verjaardag begon met het zoeken naar mijn steunkous.
En dan twee uur later vrolijk trakteren op je werk....

Afgelopen weekend ben ik in het donker, op mijn slaapkamer, nogal hard gevallen. Ik struikelde over een grote vloerventilator, die ik daar toch echt zelf neergezet had. Niet mijn meest snuggere moment van dit jaar.

Het directe resultaat: een harde klap tegen mijn bed aan, een lief die wakker schrok en twee behoorlijk pijnlijke voeten. Vanmorgen uitte zich echter nog een gevolg:  een grote rode plek en een rode streep op mijn onderbeen. Pijnlijk en warm. Direct moest ik denken aan de aderontsteking in mijn arm.
Dus zocht ik voor alle zekerheid mijn steunkous maar weer op en ging ik even langs de huisarts.
Die hoorde mijn verhaal aan, keek en bevestigde vervolgens mijn vermoeden.
"Steunkous aan en rustig aan doen", was zijn advies.

Ik voelde mij direct weer bejaard....

Maar okee, dat moest ik dan maar accepteren.
Omdat ik nu toch bij de huisarts zat, wilde ik hem vervolgens direct even laten kijken naar een (gelukkig piepklein) plekje, dat ik sinds een jaar op mijn huid heb.
Moest ik mij hier zorgen om maken? Was het eng?
De arts keek en zei vervolgens: "Nee hoor. Niets engs. Gewoon een beginnend ouderdomswratje".

Op dat moment kreeg ik dus enorm zin om te gaan gillen!
Maar omdat dat wel heel raar zou overkomen in de volle wachtkamer, ben ik maar in de lach geschoten.
Kortom: het is mij vandaag weer eens duidelijk geworden dat het verval onvermijdelijk is en hooguit wat vertraagd kan worden. Het is niet anders!

Ik houd mij maar vast aan het korte gedicht "The Sunny Side", dat Drs. P ooit schreef over ouder worden:

"De haardos neemt gestadig af,
Voorts mis ik reeds twee kiezen,
Zo heeft men na verloop van tijd,
Steeds minder te verliezen".