Eerder gepubliceerd op Hyves en Facebook, op 16 november 2011
Sinds woensdag 2 november staat het leven in Huize Van Sliedregt behoorlijk 
op zijn kop. Voor de volgers van mijn Hyves of Facebookpagina zal dat inmiddels 
geen verrassing meer zijn. 
Na alle korte WWW’s en statusupdates hier dan 
het (mijn) verhaal over wat er gebeurd is. 
Mijn langste blog tot nu 
toe……. 
Woensdag 2 november 
Het is tien voor 
acht ‘s ochtends en ik vertrek net vanaf huis richting mijn werk. Na een paar 
honderd meter gaat mijn telefoon. Het is de politie met de vraag of ik de zoon 
ben van mevrouw Nesse. 
Ik moet vooral niet schrikken, maar mijn moeder 
heeft een ongeluk gehad. 
Gezien het tijdstip gaan bij mij de alarmbellen 
nog niet helemaal af. Wat kan iemand van 77 zo vroeg op de ochtend immers 
gebeuren? Uitglijden in de badkamer, dan heb je de mogelijkheden wel ongeveer 
gehad. 
Maar Ma is niet uitgegleden in de badkamer. Ze is met haar 
Spartamet (fiets met hulpmotor) op het Bachplein in Schiedam aangereden door een 
tram! 
Wanneer ik dat hoor gaan de alarmbellen wèl op volle sterkte af. 
Omdat ik vlakbij ben rijd ik direct door naar het Bachplein. Terwijl ik het 
plein opdraai hoor ik mezelf in de auto (denkbeeldig) tegen haar roepen: “Dit 
flik je ons niet! Op deze manier knijp je er niet tussenuit! Dit is niet onze 
manier!”. Een mens doet gekke dingen in stresssituaties…. 
Op het plein 
word ik opgewacht door de politie. Ma ligt in de ambulance en wordt onderzocht. 
Volgens de politie klaagt ze over pijn aan haar schouder. Maar ik mag er even 
bij om kort met haar te praten. 
En daar ligt ze: gefixeerd op een soort 
plank, kraag om haar nek, zuurstofmaskertje op haar gezicht. 
(bron Robin Hoogervorst - FlashPhoto)
Maar nog 
wel bij kennis. Nadat ik kort met haar gesproken heb vertelt de ambulancebroeder 
dat Ma naar het Erasmus MC in Rotterdam gebracht wordt. Met zwaailicht en 
sirene, dus ik kan er niet direct achteraan rijden. 
Ik vind het allemaal 
best, als Ma maar snel en goed geholpen wordt…. 
Vanuit de auto probeer 
ik mijn zussen te bellen. Ada neemt direct op, schrikt zich kapot, roept: “wat 
doet ze in vredesnaam om half acht op de fiets op het Bachplein!?” en zegt dat 
ze direct de metro pakt naar het EMC. 
Wilma en Corrie krijg ik niet te 
pakken. Dus start ik de auto en zet ik koers naar het EMC. Terwijl ik wegrijd 
besluit mijn hoofd dat dit wel een leuk moment is om in de war te raken. Ik heb 
even geen idee hoe ik vanuit Schiedam bij het EMC moet komen, terwijl ik toch 
echt wel weet waar het ligt. 
Halverwege Schiedam bedenk ik me dat Wilma 
waarschijnlijk aan het werk is en ik daar wel even langs kan rijden. En 
inderdaad: ze is op haar werk, waar haar collega’s, zodra ze horen wat er aan de 
hand is, met bekertjes water en tissues beginnen te slepen. Erg lief, maar niet 
nodig. 
Maar kennelijk straal ik nogal wat paniek uit… 
Wilma 
daarentegen is erg rustig. Als ik haar wil vertellen wat er aan de hand is zegt 
ze: “Ja ik weet het al. Ada heeft me net gebeld…”. 
Op dat moment krijg 
ik via Cock ook Corrie te pakken. Het nieuws moet even aankomen bij haar. 
Eerste reactie: “wat doet ze in vredesnaam zo vroeg op de fiets op het 
Bachplein”? (Hee, waar heb ik dat vanochtend al een keer gehoord?). Maar dan 
slaat ook bij haar de paniek toe. 
Omdat Corrie als 
directeur-/grooteigenaar van kinderopvang “Het Smousjeshof” niet weg kan, beloof 
ik dat ik haar op de hoogte houd. 
Wilma en ik lopen naar de auto en 
Wilma zegt: “wat doet ze in vredesnaam zo vroeg op de fiets op het Bachplein? “. 
Zouden het zussen zijn…….? 
Even later arriveren we op de spoedeisende 
hulp van het EMC. Daar is men volgens de receptioniste druk met mijn moeder 
bezig, dus we mogen plaatsnemen in de wachtkamer. 
En daar zit je dan…. 
wachtend op nieuws….hopend dat het meevalt. 
Na een tijdje arriveert Ada, 
tegelijkertijd met een arts die even met ons wil praten. Of we maar even willen 
meekomen naar “de familiekamer”. Alleen het woord bezorgt me al kippenvel. 
Rekening houdend met een slechtnieuwsgesprek stap ik na de anderen de 
familiekamer in. 
De arts begint op rustige en vriendelijke toon te 
vertellen dat men op de spoedeisende hulp eerst allerlei levensreddende 
handelingen verricht. Daarna wordt er pas gekeken naar verdere verwondingen. 
“Erg aardig”, denk ik, “maar zeg eerst maar of ze nog leeft”. 
De 
arts gaat verder met zijn verhaal en zegt dan: “Ze heeft heel veel pijn”, waarop 
ik van binnen opgelucht alleen maar denk: “ze leeft dus nog”. 
Ze leeft 
inderdaad nog, maar is er wel erg beroerd aan toe. Als we even later bij haar 
mogen ligt ze nog op de traumakamer van de Spoedeisende Hulp”. Kleding 
weggeknipt, een lakentje over haar lichaam, infusen en draden aan haar lichaam, 
bloed aan haar hoofd, diverse wondjes over haar lichaam. Het is overduidelijk 
dat ze veel, heel veel pijn heeft. 
Op een gegeven moment raakt ze ook even 
in een soort shock. Haar hele lichaam gaat schudden. 
Het is een beeld 
waarvan ik me later realiseer dat niemand zijn moeder zo zal willen zien. Ik heb 
het gevoel dat we terechtgekomen zijn in onze eigen aflevering van ER. 
Ma is gelukkig nog wel bij kennis en goed aanspreekbaar. Dat geeft 
binnen de omstandigheden een prettig gevoel. Ada, Wilma en ik staan om haar 
heen, aaien haar arm, gezicht, haar en praten rustig tegen haar. 
Even 
later komen toch ook Corrie en Cock erbij. Corrie heeft opvang kunnen regelen 
voor de kinderen, zodat we ook zij naar haar moeder kan. 
Terwijl we 
allemaal om Ma heen staan komt er een arts binnen, die de balans komt opmaken 
van de klap die in een seconde de dag van een aantal mensen drastisch heeft 
veranderd. Allereerst merkt hij op dat Ma geluk heeft dat ze de aanrijding 
overleefd heeft. Al is de schade wel aanzienlijk…. 
Ma heeft een gebroken 
enkel en gebroken schaambeen. Maar binnen de omstandigheden is dat nog de minste 
schade. Het grote letsel bevindt zich in haar ribbenkast. Aan de rechterzijde 
heeft zij maar liefst elf van haar twaalf ribben gebroken, waarvan enkele op 
meerdere plaatsen! 
De omvang van deze schade is dusdanig, dat de arts nu 
al aankondigt dat Ma hieraan geopereerd zal moeten worden. Doet men dit niet, 
dan zal het herstel moeizaam en langdurig zijn en is de kans op verdere 
complicaties (longontsteking) erg groot. 
We horen het aan en geven het over 
aan de artsen…. 
Binnen alle stress en ellende proberen we wel onszelf te 
blijven en proberen we ook te blijven lachen. En daarbij blijf ik er ook in deze 
situatie van alles uitflappen. 
Voorbeeld: niemand weet waar de bril van 
Ma gebleven is. Deze heeft ze nog niet zo lang en ze vond hem “best wel duur”. 
We bedenken dat deze bril best wel eens door de botsing van haar hoofd 
afgeslagen kan zijn en nog op de plaats van het ongeluk kan liggen. Ik zeg dat 
ik daar vanmiddag wel ga zoeken en dat ik, als hij onvindbaar blijft, direct een 
nieuwe bril zal bestellen. 
“Ja, maar niet zo’n dure hoor”, zegt Ma. Waarop 
ik antwoord: “Nee, natuurlijk niet. Als ik zie hoe je er mee omgaat….”. 
Even later wordt Ma’s enkel in het gips gezet en kan ze worden 
overgetild in een ziekenhuisbed. 
Samen met een verpleegkundige brengen 
we het bed met onze moeder erin naar de afdeling Traumatologie. Simpel gezegd, 
de afdeling waar mensen met een behoorlijk trauma intensief verpleegd worden. 
We blijven nog even bij haar, maar na een tijdje moeten we toch echt weg en 
laten we haar achter in de goede handen van de verpleegkundigen. 
Terwijl 
we in de parkeergarage van het EMC nog even staan na te praten gaat mijn 
telefoon: Ma zal waarschijnlijk vandaag nog geopereerd worden. 
Als ik 
even later mijn parkeerkaartje in de betaalautomaat stop, meldt het display dat 
ruim 9 euro moet betalen. “Dat ga ik bij haar declareren”, zeg ik en ik trek een 
kwitantie. Je werkt bij een bank of niet… 
We gaan allemaal weer onze 
weg. Samen met Wilma rijd ik naar Schiedam, waar we allereerst naar de 
oversteekplaats rijden waar onze moeder vanmorgen besloot tot een spelletje 
tikkertje met Lijn 21. 
Terwijl Wilma het spoor in de gaten houdt (twee 
familieleden op een dag onder de tram is iets teveel van het goede) loop ik het 
tracé op en speur ik tussen het gras naar Ma’s bril. En warempel: daar ligt-ie! 
Tussen het hoge gras tegen het hek van het tracé! Helemaal verbogen, maar nog 
wel in een stuk. 
Wilma neemt de bril mee om hem recht te laten zetten. 
Onze volgende stop is het politiebureau van Vlaardingen. Daar is Ma’s 
Spartamet naartoe gebracht, net zoals haar jas, met daarin haar huissleutels. 
Ma’s fiets heeft onder de tram gelegen, dus als we op het bureau aankomen 
verwachten we daar een hoop verwrongen ijzer aan te treffen. 
Maar nee hoor! 
Het kreng staat gewoon op zijn standaard, helemaal ongedeerd! 
Alleen de 
spiegel staat verkeerdom….. 
Ik geef aan dat ik het liever andersom gezien 
had. De fiets in de kreukels en Ma ongedeerd. 
Verder vertel ik de agent dat 
we op een later tijdstip nog wel terug zullen komen om de fiets ritueel te 
verbranden. Want Ma gaat hier in ieder geval niet meer op rijden….. 
Met 
Ma’s huissleutels en de restanten van haar leren jas (ook kapotgeknipt) gaan 
Wilma en ik verder op pad. We gaan het slechte nieuws even persoonlijk brengen 
aan tante Annie, die vlak naast haar woont en waar ze zeer veel mee optrekt, en 
bij Ma’s buurvrouw. 
Tante Annie reageert geschrokken, maar rustig en 
nuchter. 
De buurvrouw is een ander verhaal. Ze raakt totaal in paniek. 
Met voor mij de meest merkwaardige reactie van de dag. Als ik haar vertel dat Ma 
op het Bachplein is aangereden door een tram vraagt ze: “Lijn 21 of Lijn 23”? Ik 
moet me beheersen om als reactie niet te vragen of Lijn 23 soms zachter is. 
Zitten er kussentjes op de voorkant? 
Maar dan blijkt ze wel een goede reden 
te hebben voor deze vraag. Haar zoon is bestuurder op Lijn 23 en ze was bang dat 
hij misschien bij de aanrijding betrokken zou zijn. 
Na dit laatste 
bezoek breng ik Wilma naar huis en ga ik zelf richting mijn eigen woning. Waar 
ik Pim, die inmiddels alweer uit school is, moet vertellen dat zijn Oma een 
ongeluk gehad heeft. Als ik hem dat wil vertellen breek ik zelf eindelijk… 
Even later komt Louise. Ik heb haar gevraagd of de kinderen voorlopig 
bij haar terecht kunnen, omdat ik niet weet op welke vreemde tijden ik ineens 
naar het ziekenhuis moet. En dat kan gelukkig. 
Als de jongens weg zijn 
en het stil is in huis komt het besef van wat er gebeurd is weer even flink in 
mijn hoofd naar voren. Maar niet lang, want het is alweer bijna tijd om op 
bezoek te gaan in het ziekenhuis. 
Daar horen we vervolgens dat de 
operatie die Ma moet ondergaan verzet is naar de volgende dag. Ze mag dus voor 
het eerst vandaag iets eten, omdat ze niet nuchter hoeft te blijven. 
Natuurlijk is ze er nog altijd beroerd aan toe, maar ze is een stuk 
helderder dan vanmorgen. In ieder geval krijg ik vanaf het bed een aantal 
orders: haar huishoudelijke hulp moet afgebeld worden, de brievenbus moet 
geleegd en.....de kapster moet worden afgebeld. 
Dit laatste heeft een 
extra lading. De kapster zou namelijk komen op 11 november. De dag waarop 
kleindochter Nienke in het huwelijk treedt met haar Geert-Jan. 
Ma kijkt al 
maanden uit naar deze dag, haar kleding ervoor ligt al klaar en Nienkes 
trouwjurk hangt bij Ma in de slaapkamer. De bittere realiteit is nu echter dat 
ze niet aanwezig zal kunnen zijn bij deze dag. 
Aan het eind van het 
bezoekuur verlaat ik Ma en breng ik thuis vervolgens de avond door met het 
verrichten van allerlei telefoontjes naar familie en vrienden. Ik merk dat ik 
een enorme behoefte heb iets in elkaar te trappen. Bij voorkeur een tramhuisje. 
Uiteindelijk val ik aan het begin van de nacht toch als een blok in 
slaap. 
Donderdag 3 november 2011 
De 
volgende dag vinden er twee ingrepen plaats bij Ma. De eerste is een ruggenprik 
waarmee een slangetje in haar ruggengraat wordt aangebracht. Dit staat weer in 
verbinding met een morfinepomp. Die zorgt ervoor dat de zenuwen van haar 
borstkas verdoofd zijn. En dat zorgt er weer voor dat ze pijnloos kan ademen, 
waardoor ze haar longen normaal kan gebruiken. Daarmee hoopt men complicaties 
zoals een longontsteking te voorkomen. 
Ma is zeer te spreken over de 
ingreep. Voor het eerst sinds het ongeluk gebeurde heeft ze minder pijn en kan 
ze inderdaad normaal ademhalen. 
De tweede ingreep is fors. Ze wordt 
geopereerd omdat de chirurg gaat proberen een aantal ribben weer aan elkaar te 
plakken. Een operatie die nog maar sinds een paar maanden in het Erasmus wordt 
uitgevoerd (en die in de rest van Nederland alleen nog maar in Utrecht 
plaatsvindt). 
Als de ingreep slaagt zal dit haar herstel sterk moeten 
bespoedigen. 
Maar ja...ze moet er wel voor onder volledige narcose. En 
dat is bij iemand van 77 jaar toch een riskante zaak. De kans bestaat dat ze er 
geestelijk niet goed uitkomt. 
Maar het is de minste keus tussen twee 
kwaden.... 
Om half zeven 's avonds wordt ze naar de operatiekamer 
gebracht en om even na tienen belt de chirurg met de mededeling dat de operatie 
naar tevredenheid verlopen is. Opgelucht gaan Ronald en ik slapen. 
Maar 
's nachts hang ik toch tweemaal met het EMC aan de telefoon. Ma ontwaakt 
moeizaam uit de narcose en is slecht aanspreekbaar. Ze is naar een afdeling met 
intensieve zorg overgebracht. 
Om bij zessen 's ochtends ga ik bij haar 
langs. Als ik thuis wegrijd en de autoradio aanzet klinkt uit de speakers “Can’t 
You Feel a Brand New Day” van the Wizz Stars. Dat moet haast een teken zijn! 
De volumeknop gaat flink naar rechts en in de beslotenheid van mijn Prius 
brul ik de tekst mee…. 
In het ziekenhuis tref ik Ma aan op een afdeling 
met afgesloten deuren, veel stilte en massa’s apparaten met lampjes en piepjes. 
Ze is echter goed wakker en uitstekend aanspreekbaar. 
Op een gegeven moment 
heeft ze het over iets dat ze eerder die week in de krant gelezen heeft en besef 
is tot mijn opluchting dat er met haar korte termijn geheugen niets mis lijkt. 
Als ik een uur later vertrek om naar mijn werk te gaan zegt Ma: "Doe je 
voorzichtig"? 
"Dat moet jij zeggen: , is mijn antwoord. 
Ze kan er om 
lachen.... 
's Middags wordt ze vanaf de intensieve zorg teruggebracht 
naar de afdeling en zien we tot onze vreugde alweer meer van onze moeder terug. 
Ze is alert en krijgt alweer praatjes. 
En verder.... 
De dagen erna blijkt ze te beschikken over een enorme vechtlust en doet 
ze er alles aan haar voornemen weer beter te worden (donderdag uitgesproken) in 
de praktijk te brengen. 
De morfinepomp helpt haar hier absoluut bij, maar 
daarnaast doet ze trouw de ademhalingsoefeningen die de fysiotherapeut haar 
heeft opgedragen. Ook niet onbelangrijk: haar eetlust en humor zijn ook terug! 
Wel ontdekken de artsen waarom ze zoveel pijn heeft als ze haar rechterarm wil 
bewegen. Haar sleutelbeen blijkt namelijk ook gebroken te zijn. Maar ach, een 
breukje meer of minder maakt intussen ook niet meer uit…. 
Op woensdag is 
het een week geleden dat Ma 's ochtends besloot tot een spelletje” Tikkertje met 
Lijn 21”. Dit is ook de dag waarop de laatste slangetjes waarmee ze nog 
verbonden was aan infuuszakken, morfinepomp etc verwijderd worden. 
Ook 
is ze al een paar maal even uit bed geweest. Ze zit dan kort in de stoel naast 
haar bed. Dit is alleen wel een enorme inspanning voor haar. Erna is ze 
uitgeput. 
Als ik vanaf het ziekenhuis naar huis rijd denk ik aan een 
opmerking die de behandelend arts twee dagen geleden maakte. Hij verbaasde zich 
over de snelheid van Ma's herstel en maakte de opmerking dat ze misschien op 
vrijdag (de trouwerij!) wel eventjes het ziekenhuis uit zou kunnen. 
Probleem 
is alleen dat het ziekenhuis daarvoor geen ambulance ter beschikking stelt. Maar 
op een andere manier kan ze echt niet verantwoord vervoerd worden. 
En 
dan heb ik ineens een eurekamoment: Stichting Ambulancewens! Dit is een 
Rotterdamse Stichting die wensen van terminaal zieke mensen, die nog eenmaal 
ergens naartoe willen, in vervulling laat gaan. Ik heb vorig jaar in Blijdorp 
hun 1000e wens mogen begeleiden. Misschien kunnen zij iets voor Ma betekenen... 
Per telefoon overleg ik met mijn zussen en vervolgens bel ik met de 
stichting. Ik leg uit dat mijn moeder niet ziek is, en gelukkig zeker niet 
terminaal, maar dat ik wel een wens voor haar heb. 
Ongeveer 30 seconden 
later is het geregeld..... Ze komen Ma vrijdag ophalen en zullen haar met hun 
eigen ambulance vervoeren naar de trouwzaal! 
Ma's artsen gaan ook 
akkoord met deze constructie en zo wordt zij op vrijdagochtend vanaf haar zaal 
in het EMC via een brancard naar de gereedstaande ambulance gereden. Haren 
gewassen en gekapt, mooie blouse en jasje aan. Helemaal klaar voor het grote 
moment. 
De voorbereidingen hebben haar al wel behoorlijk afgemat. In de 
ambulance sluit ze dan ook haar ogen en doezelt ze weg. Maar als we het plein 
naast de trouwzaal opdraaien is ze er ineens weer helemaal! De deuren van de 
ambulance gaan open, de brancard wordt uitgeladen, alle aanwezigen klappen 
(zoals een echte diva betaamt arriveert ze fashionably late) en met twee handen 
zwaait ze lachend naar iedereen. Tegelijkertijd ziet ze echter ook het 
bruidspaar aankomen en roept ze: "het gaat niet om mij, maar om hen"! 
Even later staat ze met brancard en al in de trouwzaal,eerste rang, pal 
achter het bruidspaar. 
Ze kan alles perfect volgen en geniet zo zichtbaar 
als maar kan. Natuurlijk ook met de nodige emoties. En daarin is ze niet de 
enige.... 
Nadat het bruidspaar geheel volgens verwachting "JA" gezegd 
heeft komen ze even hun Oma een knuffel geven. Ook weer een emotioneel moment 
voor alle partijen. 
Bruidspaar en gasten verlaten de trouwzaal en Ma 
wordt teruggereden naar de ambulance. Op weg terug naar het EMC heb ik een 
heeeeel tevreden gevoel. De tram mag dan het spelletje tikkertje van Ma gewonnen 
hebben, dit heeft hij haar niet kunnen afnemen! 
Terug in het ziekenhuis 
is Ma moe, maar tegelijkertijd lijkt het alsof dit uitstapje haar een berg 
nieuwe energie gegeven heeft. Eerlijk gezegd had ik verwacht dat ze gesloopt in 
haar bed zou liggen, maar ze oogt nog behoorlijk fit. 
’s Avonds op de 
bruiloft van Nienke en Geert-Jan zet ik een collectebus van de Stichting 
Ambulancewens neer en vervolgens ga ik even heerlijk los op de dansvloer. 
De dagen hierna gaat Ma (figuurlijk) met sprongen vooruit. In een paar 
dagen tijd kan ze zelfstandig rechtop zitten en haar rechterarm weer volledig 
gebruiken. 
Op dinsdag 15 november zet ze letterlijk een stap. De 
fysiotherapeute neemt haar mee naar een praktijkruimte en zet haar neer op een 
loopband. Steunend op de leuningen van het apparaat, haar gipsen voet loshoudend 
van de grond hinkt ze haar eerste 16 meters sinds het ongeluk! 
En vandaag 
heeft ze dit kunststuk herhaald. Daarna heeft ze haar eerste stappen gezet met 
behulp van een looprek en is ze voor het eerst sinds het ongeluk onder de douche 
gegaan. 
Tot slot kwam vandaag de mededeling dat Ma aanstaande maandag 
zal verkassen naar het Zonnehuis, een verpleeghuis in Vlaardingen. Daar zal ze 
verder moeten revalideren. 
Het is vandaag precies twee weken geleden dat 
Lijn 21 en Ma erg hard met elkaar in aanraking kwamen. Het is ongelofelijk wat 
haar lichaam in die twee weken aan herstellend vermogen heeft laten zien! 
Waar het herstel zal stoppen weten we nu nog niet. Op dit moment 
waarschuw ik mezelf op voorhand niet al te optimistisch te worden. Wat ik wel 
weet is dat ik een moeder heb die met haar 77 jaar als een leeuwin aan het 
knokken is om terug te keren op haar oude niveau. 
Hopelijk zorgt dit ervoor 
dat ze over een tijdje weer terugkeert in haar eigen huis. 
Als dat zover 
is zal in haar berging een ding ontbreken. Haar Spartamet. Die krijgt ze niet 
meer terug!